Vullingen & sealen

Kiezen worden geseald om ze te beschermen tegen gaatjes. Bij het tandenpoetsen kunnen de borstelharen niet volledig doordringen in de groeven van de kiezen. Op die plaatsen dreigen daardoor gaatjes te ontstaan. Door de groeven en putjes in kiezen vol te laten lopen met een kunststof lak, wordt het gemakkelijker om ze te reinigen. Gaatjes krijgen daardoor minder kans. Meestal wordt geseald kort nadat een blijvende kies helemaal is doorgebroken; op dat moment is de kies nog niet zo sterk en de kans op gaatjes daarom groot.

• Eerst wordt de kies goed schoongemaakt met een borsteltje of een instrument.
• Speeksel verhindert dat de lak aan de kies hecht. Daarom houdt de tandarts de kies droog met wattenrolletjes of een rubber lapje. De kies wordt drooggeblazen met een luchtspuit. Vanaf dit moment is het belangrijk dat er geen speeksel meer bij de kies komt.
• Om de lak goed te laten hechten, worden de groefjes en putjes in het glazuur met een zure gel wat opgeruwd (geëtst). Voorzichtig wordt de etsvloeistof op de kies gespoten.
• De etsvloeistof wordt na een korte inwerktijd met water weggespoeld. De tandarts blaast met de luchtspuit de kies opnieuw goed droog.
• Nu wordt de lak met een kwastje op de kies aangebracht. De lak is heel dun en vloeit tot diep in de bodem van de groefjes en putjes.
• De lak wordt hard gemaakt door er met een lamp blauw licht op de schijnen.
• Ten slotte controleert de tandarts of de lak goed op zijn plaats zit.

De kunststof in de groeven is na de behandeling direct uitgehard. Na de behandeling mag er weer gegeten en gedronken worden. Een sealant gaat enkele jaren mee.